Dit was 2023

10.382 dieren hadden onze hulp nodig

Dit was 2023

Inleiding

10.382 opgevangen dieren, waarvan 85% (8.829) zieke en gewonde wilde inheemse dieren zijn, en 15% (1.553) exotische of gedomesticeerde dieren die ontsnapt, gedumpt, afgestaan of in beslag genomen werden.Wanneer we het coronajaar 2020 even buiten beschouwing laten, kenmerkt 2023 zich zonder enige twijfel als het drukste jaar dat we ooit kenden. Met 10.382 opgevangen dieren had iedereen zijn handen meer dan vol: het opvangen, nakijken, verzorgen, rehabiliteren, eventueel herplaatsen en transporteren van dieren, bijbouwen van verblijven,… alle schakels moeten mooi op elkaar ingespeeld zijn om die aantallen op een goede manier verwerkt te krijgen.Het jaaroverzicht van 2023 willen we dan ook starten met het bedanken van elke schakel. Onze medewerkers en vrijwilligers, maar ook onze leden, sympathisanten en donateurs, allemaal zorgen ze er mede voor dat we kunnen blijven doen wat we doen. Het Natuurhulpcentrum is en blijft in eerste instantie een dierenziekenhuis voor zieke en gewonde wilde dieren, met alle faciliteiten die daarbij komen kijken: een operatiekwartier en bijhorende intensive care-afdeling, couveuse-afdelingen voor de massa’s jonge dieren, kleine en grote uitwenkooien, speciale dassen- en vossenverblijven, vijvers voor watervogels,… 85% (8.829) van de opgevangen dieren zijn dan ook inheemse Europese dieren die na een korte of lange revalidatie terug worden vrijgelaten.15% zijn dan weer gedomesticeerde of exotische dieren. Van kippen en schapen tot leeuwen of bavianen, en alles ertussenin. De meer gedomesticeerde dieren worden uiteindelijk herplaatst bij particulieren, terwijl exotische of moeilijk te houden dieren eerder in dierentuinen of opvangcentra worden herplaatst. Dit kan zowel in binnen- als buitenland zijn.Om al die talloze dieren een goede plek te geven, zijn we momenteel druk bezig aan de grootste uitbreiding die het Natuurhulpcentrum ooit gekend heeft. Dit vormde dan naast de dieren zelf de tweede grote uitdaging van 2023. We bouwen momenteel een nieuwe onthaalruimte, zodat binnenkomende dieren nog meer dan nu gescheiden zijn van dieren die al in het Natuurhulpcentrum aanwezig zijn, om ziekte-overdracht nog meer te voorkomen. Er komen extra verblijven voor grotere exotische dieren, want we voelen vanuit heel Europa de vraag toenemen. Groepen krijgen een makkelijker toegankelijke zaal op het gelijkvloers en de talloze buitenlandse studenten die ons jaarlijks vaak voor langere tijd komen helpen, zullen over betere accommodatie kunnen beschikken. Kortom, het Natuurhulpcentrum is op heel wat vlakken een vereniging in volle groei. Hieronder volgt een beknopt overzicht van dit drukke 2023.


Europese dieren

8.829 inheemse Europese dieren, dat zijn er bijna 1.200 meer dan verleden jaar. Intuïtief voelden we al dat het op dat vlak een enorm druk jaar was. Van mei tot september werd het ene dier na het andere binnengebracht, vaak zelfs met wachtrijen aan onze inkom. We zochten (en vonden) extra vrijwilligers om ons bij te staan de dieren te ontvangen, en de talloze telefoons die we dagelijks krijgen, mee te beantwoorden.Onze dierenverzorgers moesten dagelijks de puzzel leggen om al die dieren voor korte of lange tijd een plekje te geven, of het nu in de couveuses, de intensive-care-verblijven of de grote buitenverblijven was, overal zaten wel op elk moment heel wat dieren.

Europese zoogdieren - 3.069 stuks

1e plaats: Egel 1.853
2de plaats:. Ree 325
3de plaats: Rode eekhoorn 139

Het jaaroverzicht, wat de dieren betreft, starten we onmiddellijk met het meest opvallende: de egels. Dit waren er afgelopen jaar maar liefst 1.853 (!). Al enkele jaren na mekaar is de belangrijkste reden van opvang jammer genoeg de zogenaamde ‘egelziekte’, een bacterie die zorgt voor verschrikkelijke wondes, vaak al aangevreten door tientallen maden. Ongeveer duizend egels met deze typische geïnfecteerde wondes werden intensief verzorgd in onze Intensive Care, al moesten we er jammer genoeg ook erg veel euthanaseren. Exact 300 egels werden als nestjong binnenbracht. Dat is bijna de helft van alle 660 in totaal binnengebrachte jonge zoogdieren. Andere opvallende zoogdierjongen waren de 89 jonge rode eekhoorns die vooral na zware stormen werden binnengebracht, of de 2 jonge bevertjes die in juli binnenkwamen. Ze groeiden als kool en na de winter worden ze vrijgelaten, de 10 dassenpups, die in een speciale ‘soft-release’-uitwenkooi werden vrijgelaten,…Als je weet dat elke zoogdiersoort zijn eigen melk nodig heeft, en elk individu om de 2, 3, 4,…uur die melk met een spuitje moet krijgen, is het duidelijk dat we heel erg blij zijn met de talloze ‘zorgouder-vrijwilligers’ die ons ook dit jaar enorm goed hebben geholpen.Toch ook opvallend zijn de 325 reeën. Concreet betekent dit dat we bijna elke dag wel moeten uitrijden om een ree op te halen. De 134 ree-verkeersslachtoffers vielen voornamelijk ’s nachts, dus onze conciërges hebben heel wat onderbroken nachten gehad… Maar door het verkeer moesten we nog heel wat vaker uitrijden dan alleen maar voor de reeën: 10 dassen, 21 everzwijnen, 12 keer voor een vos,… Allemaal kwamen ze onder de wielen van het razende verkeer terecht. Het geeft alleen maar aan dat we in Vlaanderen nog wel wat werk hebben om onze wegen wat diervriendelijker (en dus ook chauffeurvriendelijker…) te maken. Dode verkeersslachtoffers halen we in principe niet op, dit is voor de gemeentelijke diensten. Enkel wanneer de overheid speciale onderzoeksprogramma’s heeft voor bepaalde soorten, doen we dit natuurlijk wel. De drie al overleden aangereden wolven bijvoorbeeld zijn we daarom wél gaan ophalen. De talloze wolven-verkeersslachtoffers zijn gelukkig niet zonder gevolg gebleven. Het heeft het aanleggen van een aantal wildrasters wat in een stroomversnelling gebracht, en we merken dat we op die wegen ook minder reeën of ander grootwild moeten ophalen. Positief, al is er op dat vlak nog enorm veel werk aan de winkel…88 keer werden reeën bevrijd uit omheinde tuinen of bedrijventerreinen waar ze zelf niet uitraakten. Dankzij een groot zenderonderzoek, werd trouwens bevestigd wat we al langer vermoedden maar nooit zwart op wit konden bewijzen: de reeën die we ergens wegvangen en op een andere locatie vrijlaten, hebben een zeer grote kans op overleven. De criticasters bleken ongelijk te hebben. Een veelvoorkomend probleem waren ook nog altijd de reekalfjes met afgemaaide poten. Het meest speciale zoogdiertje was misschien wel de tweekleurige vleermuis, een soort die nog maar zelden in Vlaanderen werd waargenomen. Het verzwakte dier kon na een revalidatie van een drietal weken terug worden vrijgelaten.


Europese vogels - 5.681 stuks

1e plaats: Houtduif 1.086
2de plaats: Huismus 466
3de plaats: Turkse tortel 353

Jaarlijks vormen de inheemse Europese vogels de grootste categorie in ons overzicht. 5.681 dit jaar, ten opzichte van 5.128 in 2022. Ons project waarbij we gecontroleerd en onder strikte regels eieren rapen van weidevogelnesten die anders onherroepelijk zouden verdwijnen door landbouwactiviteiten, is een enorm succes aan het worden. 45 kieviten, 12 grutto’s, 11 wulpen en 26 kluten zagen het levenslicht in de broedmachines van het Natuurhulpcentrum. Bijna allemaal konden ze na enkele maanden terug worden vrijgelaten. Wetenschappers van het INBO (Instituut voor Natuur en Bos) voorzagen alle vogels van een wetenschappelijke ring. We kregen al enkele toffe terugmeldingen, onder andere uit Frankrijk. We zijn er van overtuigd dat hier nog heel wat groeipotentieel inzit. We gaan hier daarom nog meer op inzetten. Bij zo snel in aantal afnemende soorten als de weidevogels, telt letterlijk elk individu.Ook impactvol op onze werking waren de vogelgriep-uitbraken. We openden hiervoor een speciale tijdelijke quarantaineruimte en talloze stalen werden voor onderzoek opgestuurd naar het labo. Op die manier ontdekten we heel wat nieuwe vogelgriep-haarden in Vlaanderen.Van bosuilen met gebroken vleugels tot reigers met een pootbreuk, Stef en Matty, ons top-dierenartsenteam bogen zich weer geregeld over de operatietafel.Vaak denken mensen dat jonge rondhuppelende vogels hulp nodig hebben. Dit is meestal niet het geval, aangezien het soms enkele dagen kan duren vooraleer de spieren van een uit het nest gesprongen vogel sterk genoeg zijn om effectief te kunnen vliegen. Jaarlijks sturen we dan ook letterlijk honderden mensen terug met hun gevonden vogel waar niets mee aan de hand is. Toch werden in 2023 maar liefst 1.987 nestjongen verzorgd die wél hulp nodig hadden: 59 huiszwaluwen, 104 gierzwaluwen, 25 bosuiljongen,.. Leuk was ook een jonge kneu, de 4 oehoekuikens en de 105 merels, een teken dat ze goed aan het herkomen zijn van de klappen die de populatie enkele jaren geleden kreeg door het Usutu-virus.339 vogels werden gepakt door katten. Maar dit is een zeer zware onderschatting. Van de meeste breuken of wondes weten we de oorzaak niet. Ongetwijfeld zitten hier ook een groot aantal katslachtoffers tussen. Voor bosuilen en kauwen moesten we weer geregeld de daken opkruipen. Deze twee holenbroeders aanzien een schoorsteen soms als de ideale nestholte. Ze springen erin, maar beseffen niet dat een schoorsteen net wat dieper is dan de gemiddelde boomholte. De vogels tuimelen helemaal naar beneden, proberen zonder resultaat te ontsnappen, en worden vaak ’s avonds, wanneer de bewoners gezellig in de zetel zitten, ontdekt. Bij een gewone kachel kunnen de bewoners de vogel vaak zelf bevrijden. Vaak kunnen de onfortuinlijke dieren dan gewoon terug vrijgelaten worden, of krijgen ze, indien nodig, een poetsbeurt waarbij ze voorzichtig met een haardroger worden propergeblazen. Maar wanneer de kachel bijvoorbeeld is dichtgemetseld, moet ons klimteam in actie komen om op een veilige maar efficiënte manier de vogels te bevrijden. 14 keer gebeurde dit bij een bosuil, 3 keer bij een kauw, en enkele keren bij een houtduif, al is deze laatste eigenlijk geen holenbroeder…


europese reptielen/amfibieën/ongewervelden - 79 stuks

1e plaats: Griekse landschildpad 11
2de plaats: Gewone pad 5
3de plaats: Italiaanse schorpioen 4

Traditioneel een erg kleine categorie. 3 Griekse landschildpadden werden in beslag genomen, de andere dieren werden gevonden. Het gaat dan om ontsnapte of gedumpte dieren. 1 dier was gechipt. We konden de eigenaar op die manier opsporen. Die bezat de nodige CITES-certificaten en kreeg zijn dier dus gewoon terug. Altijd leuk als we een dier kunnen herenigen met zijn baasje. De overige dieren waren niet gechipt, dus bij deze dieren was het onmogelijk om de eigenaar te achterhalen. Voor hen zochten we een nieuwe eigenaar. Italiaanse schorpioenen worden soms teruggevonden in ingevoerde kamerplanten of in de bagage na een deugddoende vakantie.Ook opvallend waren twee gewone kameleons. Ze werden illegaal meegesmokkeld uit Marokko. Terug vrijlaten is onmogelijk, maar in januari vertrekken beide dieren naar een Portugese dierentuin. Omdat deze soort ook in Europa voorkomt, staan ze in de categorie ‘Europese reptielen’, en niet in ‘Exotische reptielen’.2.


exotische en gedomesticeerde dieren

Er werden in 2023 maar liefst 1.553 gedomesticeerde en/of exotische dieren opgevangen. Oorspronkelijk was het Natuurhulpcentrum opgericht om inheemse wilde dieren op te vangen. Doorheen de geschiedenis van de vereniging werden we echter steeds vaker geconfronteerd met ontsnapte huisdieren (damherten, nandoes, papegaaien, slangen, konijnen, fretten,...). Deze dieren ontsnappen bij hun eigenaar, worden in beslag genomen door de overheid, gedumpt in de natuur of worden afgestaan door hun eigenaar. 

Exotische en gedomesticeerde zoogdieren - 252 stuks

1. Schaap 88
2. Fret 39
3. Tam konijn 23

Meer en meer controles op almaar strenger wordende wetgeving betekent dat er meer en meer dieren uit vaak erbarmelijke omstandigheden worden weggehaald. Het merendeel van de schapen en fretten uit onze top 3 van deze categorie komen dan ook vanuit inbeslagnames via de Dienst Dierenwelzijn (zie ook verder in dit jaaroverzicht). Meest opvallende, maar tegelijkertijd ook meest schrijnende verhaal van 2023 kwam vanuit Oekraïne. Nadat Russische bezetters van de Oekraïense stad Yampil werden teruggedreven door het Oekraïens leger, bleek de lokale dierentuin bijna letterlijk met de grond gelijk gemaakt. Heel wat dieren waren gestorven en zelfs opgegeten, en één Aziatische zwarte beer, die Yampil gedoopt werd, bleek nog in leven te zijn. Dankzij de hulp en steun van heel wat dierenvrienden lukte het om Yampil tot bij ons te krijgen. Hij is verzekerd van een mooie tweede kans!Ook uit Oekraïne kwamen leeuwinnen Luna en Plusza. We gingen hen op Valentijnsdag ophalen in Polen waar ze even daarvoor naartoe werden gebracht vanuit Oekraïens oorlogsgebied.Een serval is een Afrikaanse kattensoort die je bij ons al lang niet meer als huisdier mag houden. In Nederland kon dit echter wel, al zijn dit eigenlijk totaal geen geschikte dieren om als huisdier te houden. Dit jaar kregen we in maart een serval binnen. De Rotterdamse eigenaar kon niet langer voor het dier zorgen.Een mantelbaviaan en een zwartstaartprairiehond werden, samen met enkele parkieten, per toeval door de brandweer ontdekt tijdens een zware brand in een loods. Een moederstinkdier met 6 pasgeboren jongen werd dan weer ontdekt bij een dierenhandelaar. We vonden voor hen een nieuwe thuis in een Duits opvangcentrum. Leuk voor de dieren, maar iets minder leuk voor onze dierenarts. 7 stinkdieren-met-stinkklier chippen en vaccineren bleek een klusje te worden dat enkele dagen later nog altijd kon worden geroken, ondanks beschermende pakken…Verder vingen we nog een chinchilla op, 19 damherten (ontsnapt of in beslag genomen), 3 degoes, 12 geiten, 6 suikereekhoorns en heel wat andere exotische of minder exotische zoogdieren. Tenslotte nog het grappige verhaal van het meest schattige zoogdiertje: al enkele dagen vermoedden bewoners uit Scherpenheuvel-Zichem dat er zich een dier schuilhield in een houtstapel. Ze plaatsen een zogenaamde ‘life-trap’ en konden het dier met niets minder dan een echte cervela in de val lokken. Het was geen verwachte egel, vos of steenmarter, maar een Noord-Afrikaans woestijnvosje! Superschattig, maar absoluut illegaal om als huisdier te houden. Het dier was vermoedelijk ergens ontsnapt. We vonden een plekje in Pairi Daiza, waar je hem nog altijd kan bezoeken


exotische en gedomesticeerde vogels - 1.222 stuks

1. Tamme duif 544
2. Kip 218
3. Grasparkiet 74

Op nummer 1 staat de iets minder exotische tamme duif. Meestal gaat het om verdwaalde reisduiven. Aan de hand van de ringnummer kunnen we soms de eigenaar achterhalen. De meeste van de 288 kippen kwamen na inbeslagnames wegens verwaarlozing bij ons terecht, maar het gaat ook vaak om dieren waarvan afstand werd gedaan door de eigenaar.Exotische papegaaien in alle kleuren en maten bevolkten onze verwarmde volières en vliegkooien: 2 groenvleugelara’s, 15 alexanderparkieten, een bergparkiet, 9 blauwgele ara’s, 13 grijze roodstaartpapegaaien, 2 edelpapegaaien, gras- en valkparkieten, dwergpapegaaien,… Sommigen werden bij particulieren herplaatst, anderen verhuisden naar opvangcentra zoals het West-Vlaamse Nally’s Papegaaienopvang of dierentuinen. Voor hybride-valksoorten als de Giersakervalk of gierslechtvalk zijn CITES-vergunningen nodig die de eigenaar niet had. Dit waren dan ook in beslag genomen dieren.

exotische en gedomesticeerde reptielen, amfibieën en ongewervelden - 79 stuks

1. Baardagaam 13
2. Lettersierschildpad 11
3. Sporenschildpad 6

De 4 koningspythons, de netpython of 3 Taiwanese rattenslangen spreken misschien wel het meest tot de verbeelding, maar het reptiel dat we het vaakst binnenkrijgen is de baardagaam (13). Deze worden soms verkocht als ‘de reptielen voor beginners’. Op zich al een heel slechte benaming, aangezien ook dit een soort is die de juiste verzorging, temperatuur en vochtigheid nodig heeft. Mensen die dergelijke dieren in een impuls aankopen, raken zo’n dieren vaak snel beu of verschieten van de elektriciteitsafrekening, en willen dan van hun dier af. Letterschildpadden (11) is een verzamelnaam voor de bekende roodwang-, geelwang- en geelbuiksierschildpadden. Omdat ze staan vermeld op de Europese lijst van Invasieve Uitheemse Soorten mogen ze gelukkig al enkele jaren niet meer als huisdier gehouden worden. Omdat deze dieren extreem moeilijk te herplaatsen zijn, vangen we ze in principe niet meer op, al kregen we er dit jaar een 11-tal binnen. De honderden andere aanvragen voor opvang verwijzen we door naar het Agentschap voor Natuur en Bos, verantwoordelijk voor de wetgeving rond invasieve exoten. 5 van de 6 sporenschildpadden waren in beslag genomen dieren, het andere dier van maar liefst 20 kg werd gevonden in een tuin in Neeroeteren. We konden dit ontsnapt exemplaar even later terug herenigen met zijn eigenaar. Jaarlijks komen trouwens brandweer- en politiediensten vanuit heel Vlaanderen bij ons een opleiding volgen om op een correcte manier te handelen wanneer ze onverwachts (huiszoeking, woningbrand,…) geconfronteerd worden met reptielen of andere dieren.


diversen

inbeslagnames

Dierenwelzijn krijgt een steeds prominentere plaats op de politieke agenda. Met zijn Zoogdieren- en Reptielenpositieflijst wordt België wereldwijd ook als voorbeeld gezien. Op die Positieflijsten staan welke soorten zoogdieren en reptielen wél nog als huisdier gehouden mogen worden. Soorten die niet op de lijst staan, mogen niet als huisdier gehouden worden. Simpel en makkelijk te controleren, zowel voor koper, verkoper als inspectiediensten. Dit jaar kwam een Taïwanese delegatie ons zelfs een bezoek brengen om ons centrum te bekijken en om bij te leren over hoe we met de veranderende wetgeving omgaan. Omwille van de genoemde Positieflijst werd in oktober bijvoorbeeld een groene meerkat, een Afrikaanse apensoort, in beslag genomen in Lokeren, en 2 Japanse eekhoorns die illegaal in Kessel-Lo werden gehouden. Soorten die je wél als huisdier mag houden, moeten natuurlijk ook goed verzorgd worden. En aan die goede zorgen ontbreekt het vaak nog al eens. We kregen doorheen het jaar een dertigtal inbeslagnames binnen via de dienst Dierenwelzijn. Van grasparkieten, Afrikaanse oehoes en caracara’s (Zuid-Amerikaanse roofvogelsoort) tot baardagamen, zebravinken, dwergkonijnen en kippen. Bijna 700 verwaarloosde dieren moesten we opvangen. Het ene geval al schrijnender dan het andere. De grootste inbeslagname kwam uit Sint-Truiden: maar liefst 42 schapen, 46 kippen en 28 tamme ganzen werden weggehaald bij een al meermaals voor gelijkaardige feiten veroordeelde dierenhouder. Alle dieren werden ondertussen herplaatst bij een nieuw baasje. Ook op basis van de CITES-wetgeving, die de handel in bedreigde diersoorten reguleert, kwamen een aantal inbeslagnames binnen. Meest opvallende waren hier wel de hybride valkachtigen. De natuurinspectie van het Agentschap voor Natuur en Bos inspecteert vooral inbreuken op het zogenaamde Soortenbesluit: hoe gaan we om met onze inheemse wilde dieren. Je mag gelukkig niet zomaar wilde vogels vangen uit onze natuur, maar sommigen kunnen het blijkbaar niet laten, en een honderdtal illegaal gevangen zangvogels (goudvinken, vinken, putters,…) werden in beslag genomen. De meeste zangvogels bleken recent gevangen te zijn, en konden snel terug vrijgelaten worden. Bevrijd van een leven in een kooitje. De toename aan strengere wetgeving en bijhorende controles kunnen we alleen maar toejuichen. Ze bezorgen ons wel meer werk en kopzorgen om al die dieren bij ons een tijdelijke plek te bieden en te herplaatsen, maar in the end zorgen ze wel voor een afname van het dierenleed.


buitenland

Als er een grote opvallende toename is, dan is het zonder twijfel de aanvraag voor het opvangen van dieren vanuit het buitenland. ‘Dierenleed kent geen grenzen, dus wij ook niet’ is daarom ook onze leuze. Binnen Europa en vaak zelfs daarbuiten, zijn we een van de belangrijkste spelers geworden in het tijdelijk opvangen van verwaarloosde en/of in beslag genomen dieren. We bieden hier graag hulp, want enkel door over de grenzen heen te werken, kunnen de zovele hulpbehoevende exotische dieren de hulp krijgen die ze nodig hebben. Wij moeten zelf immers ook meestal de hulp inroepen van onze buitenlandse collega’s om exotische dieren een permanente nieuwe thuis te bieden.In Frankrijk haalden we de witte circusleeuw Romeo op, maar ook enkele suikereekhoorns, grijze roodstaartpapegaaien en parkieten. We reden verschillende keren naar Polen om Oekraïense oorlogsslachtoffers op te halen: meest opvallende is ongetwijfeld Aziatische zwarte beer Yampil: als enige beer overgebleven nadat Russische bezetters de andere aanwezige beren hadden opgegeten…,…Om dieren uit te plaatsen reden we ook doorheen heel Europa: Naar onze Nederlandse noorderburen vertrokken een Siberische oehoe, een bergcaracara, Stellers zeearenden, roodhalsganzen, een resusaap, een mantelbaviaan,… We reden naar de Oostenrijkse Schmiding Zoo om onze laatste Stellers Zeearend weg te brengen. De vogel zat al sinds 2017 bij ons, samen met nog een aantal andere arenden. De gerechtelijke procedures duurden erg lang, maar nu mochten we dan toch eindelijk een nieuwe thuis zoeken. Landschildpadden, penseelaapjes en suikereekhoorns brachten we naar Frankrijk, stekelvarkens naar Italië, lynxen (afkomstig uit Litouwen) naar Griekenland, stinkdieren en caracals naar Duitsland, Falclandcaracara’s naar Portugal,…Begin 2024 staan er trouwens nog 3 verschillende transporten, van leeuwen, luipaarden en servals, naar Zuid-Afrika op het programma, vertrekt onze beer Yampil naar Schotland, wordt een aapje en twee illegaal naar België gehaalde kameleons naar Portugal overgevlogen,…


marterteam

Het gaat niet goed met onze biodiversiteit. In het algemeen gaan er meer soorten in aantal achteruit dan vooruit. Maar gelukkig nemen sommige soorten dankzij de juiste beschermingsmaatregelen in aantal toe. We kunnen dit als Natuurhulpcentrum alleen maar toejuichen, maar beseffen heel goed dat een toename van sommige diersoorten ook een toename aan conflictsituaties tov de mens met zich mee kan brengen. We willen ons steentje bijdragen om mensen op een efficiënte, maar tegelijkertijd ook diervriendelijke manier te leren samen met wilde dieren: hoe bescherm ik mijn kippen tegen vossen, hoe ziet een wolvenwerende omheining eruit om schapen te beschermen,… Het grootste aantal meldingen van overlast, letterlijk duizenden per jaar, komen echter van steenmarters die zorgen voor lawaai- en geuroverlast op zolder. Steenmarters zijn erg nuttige dieren die de populatie ratten en muizen stevig onder controle kunnen houden. Je wil ze dus wel in de omgeving, maar niét op zolder. Meestal lukt het om oplossingen aan te bieden via telefonische uitleg of via onze website. Soms echter durven mensen niet meer op de zolder gaan, of is de zolder wat moeilijker te bereiken voor oudere mensen. Indien gewenst komt ons materteam dan in actie. Maar liefst 49 keer reden we uit om, meestal met snel succes, marterproblemen op te lossen. Niet alleen in Limburg, maar zelfs tot aan de kust.


invasieve exoten

De meeste exotische dieren die op welke manier dan ook in onze natuur terechtkomen, hebben weinig kans om te overleven: onze winters zijn te koud, er is te weinig geschikt voedsel,… Maar sommige soorten kunnen wél overleven, en een aantal van die soorten kunnen uiteindelijk uitgroeien tot Invasieve Uitheemse Soorten: uitheemse soorten die zich voortplanten en voor behoorlijke schade kunnen zorgen aan onze natuur. Vanuit Europa is elk Europees land verplicht om deze soorten uit onze natuur te halen als ze ergens opduiken. Meestal betekent dit afschot, maar voor wasberen, Amerikaanse nertsen en invasieve eekhoornsoorten werken we samen met de overheid om deze op een diervriendelijke manier weg te vangen. Indien mogelijk zoeken we voor hen, na castratie en een quarantaineperiode, een nieuwe geschikte locatie in een opvangcentrum of dierentuin.Dit jaar vingen we een tiental wasberen weg in onder andere Geraardsbergen, Sint-Truiden, de Voerstreek, Diest, Rans, Sint-Pieters-Woluwe,… Na een quarantaine van een maand, een stevige ontwormingskuur en castratie of sterilisatie, wordt een gevangen wasbeer in onze groep geplaatst. Uiteindelijke bedoeling is, indien mogelijk, de dieren te herplaatsen in een dierentuin of opvangcentrum.


passieve bewaking wilde dierenziektes

De overheid wil graag weten welke dierenziektes er heersen onder wilde dieren. Dit is bijvoorbeeld erg belangrijk voor de landbouw. Een ziekte waaraan een everzwijn sterft, kan bijvoorbeeld een impact hebben op de varkenssector. Daarom staan we in Limburg in voor het ophalen van ‘in verdachte omstandigheden gestorven dieren’. Dit zijn dieren die geen slachtoffer werden van het verkeer en geen jachtslachtoffer zijn. Dieren dus die gestorven zijn aan een onbekende oorzaak. Tientallen dode reeën, everzwijnen, vossen,… werden opgehaald en overgebracht naar een speciale ophaallocatie. Van daaruit worden ze verder onderzocht.Veel aandacht ging dit jaar natuurlijk naar vogelgriep.

Een 60-tal stalen stuurden we op voor onderzoek. Heel wat watervogels, maar ook slechtvalken, bleken geïnfecteerd te zijn. Wereldwijd zorgt vogelgriep momenteel voor catastrofes onder vogelpopulaties. Ook wij bereiden ons hierop voor. Dankzij onze nieuwbouw zullen we extra quarantaineruimtes ter beschikking hebben, en zullen binnenkomende dieren nog meer dan nu gescheiden zijn van dieren die al in het Natuurhulpcentrum verblijven. Bioveiligheid en de potentiële overdracht van ziektes van dieren op mensen vormt een item dat wereldwijd hoog op de politieke agenda staat. Zeker sinds corona is ook het brede publiek zich hiervan bewust. De ontdekking van hondenziekte bij steenmarters, de infectieziekte bij egels, verschillende haarden van botulisme en vogelgriep bij watervogels,… bewijzen dat opvangcentra voor wilde dieren hierin als signaalfunctie een niet te onderschatten rol spelen. Om die bioveiligheid nog beter te professionaliseren wordt er samen met de overheid en de universiteit van Gent een professionaliseringstraject uitgewerkt.Om dezelfde reden participeren we ook aan een onderzoeksproject met Sciensano. Elke twee weken nemen enkele medewerkers die vaak in contact komen met wilde dieren een Covid-swab. Dit wordt getest en onderzocht op mogelijke transmissie van dier naar mens. 

bezoekers

Er is al jarenlang heel wat interesse in het werk dat we doen, en de talloze verhalen die schuilen achter de duizenden dieren die we jaarlijks opvangen. Onze deuren permanent openzetten gaat natuurlijk niet, we zijn immers een echt ziekenhuis voor wilde, stressgevoelige dieren. Enkel onder begeleiding van onze ervaren gidsen kan het Natuurhulpcentrum bezocht worden. Dit jaar hadden onze gidsen het druk, want maar liefst 260 groepen bezochten ons, met in totaal 7.191 bezoekers. Ook onze 3 opendeurdagen in september, met in totaal 14.851 bezoekers, waren een groot succes. Een bezoek mag natuurlijk niet alleen beperkt blijven tot ‘beestjes kijken’, we hebben ook heel wat educatieve boodschappen die we dankzij onze laagdrempeligheid naar het brede publiek kunnen uitdragen: waarom is zwerfvuil schadelijk voor wilde dieren?

 Waarom hou je best geen exotische dieren als huisdier? Op welke diervriendelijke, maar efficiënte manier bescherm je je auto of zolder tegen steenmarters? Wat is het gevaar van zogenaamde ‘invasieve uitheemse diersoorten’?...In onze nieuwbouw zal ook een nieuwe bezoekerszaal voorzien worden op het gelijkvloers. Dit maakt het wat comfortabeler voor mensen die wat moeilijker te been zijn, rolstoelen, kinderwagens,… 

leden / sympathisanten

We kunnen in een jaarverslag heel wat getallen en verhalen opsommen, maar de ruggengraat van het Natuurhulpcentrum, de personen die zorgen dat zovele duizenden dieren geholpen kunnen worden, zijn en blijven onze leden. 2023 sloten we af met maar liefst 18.260 leden. Elk lid betaalt jaarlijks 10 euro (of meer) en om op de hoogte gehouden te worden van het reilen en zeilen ontvangt elk lid vijfmaal per jaar ons tof en informatief ledentijdschrift. We merken ook dat heel wat mensen bereid zijn om wat extra steun te geven. Hier zijn we ontzettend blij en dankbaar voor. Voor een financiële steun vanaf 40 euro ontvangen donateurs trouwens een fiscaal attest. 

Grote uitbreiding

Na veel plannen, overdenken, schrappen, veranderen en peinzen zal 2023 het jaar worden waarin er eindelijk gestart kon worden met de grote uitbreidingswerken van het Natuurhulpcentrum. Een nieuw bezoekersonthaal, een educatieve zaal voor rondleidingen, nieuwe winkel, logies voor stagiaires en natuurlijk een ruime vleugel voor exotische dieren. Dit allemaal in een bijna energie neutraal gebouw dankzij 130 zonnepanelen en geothermische boringen. Dankzij steun van vele duizenden sympathisanten, sponsors, bedrijven én hulp uit de hemel (testamenten) kan het Natuurhulpcentrum deze broodnodige uitbreiding realiseren. Als alles volgens planning verloopt, zou het gebouw in de zomer van 2024 klaar moeten zijn...

Wil jij ook je steentje bijdragen?

Er zijn tal van manieren om ons centrum te steunen, zoals: zelf de handen uit de mouwen steken als vrijwilliger, oud papier, ijzer of kroonkurken voor ons verzamelen, dierenverzorger voor één dag worden, een rondleiding boeken, deelnemen aan onze activiteiten of gewoonweg lid worden..