Jaarbalans 2016

De eerste werkweek van 2017 zit er bijna op dus is het tijd om even terug te blikken op het voorbije jaar. In totaal passeerden 7422 dieren onze verzorgtafel. Met zijn allen zijn we er ook dit jaar in geslaagd om zo veel dieren in nood te helpen. Het Natuurhulpcentrum wil dan ook iedereen die zijn steentje, groot of klein, heeft bijgedragen van harte bedanken en een gelukkig en gezond 2017 wensen!

Europese dieren

Het aantal opgevangen Europese dieren is gestegen ten opzichte van 2015. In 2016 vingen we 5989 dieren op die in Europa in het wild voorkomen. Dit was goed voor 80% van het jaartotaal, 10% hoger dan vorig jaar. Waaraan deze stijging te wijten is, is moeilijk te zeggen. Gebeurtenissen zoals het natte voorjaar of het besmettelijke vogelvirus Usutu hebben zeker hun slachtoffers gemaakt.

Europese vogels

Binnen de Europese dieren staan de Europese vogels steevast op de eerste plaats met een totaal van 4001. 609 hiervan waren houtduiven. De vogels hebben het zwaar gehad in 2016. De kleinere (tuin)soorten leden onder het extreem natte voorjaar dat een ware ramp betekende voor hun broedsels. Voedsel was amper te vinden, zowel voor de jongen als de volwassen vogels. Vele nesten werden letterlijk uitgeregend en de jongen hadden geen schijn van kans om te overleven. In de aantallen zien we dit vooral terug bij de koolmezen en winterkoninkjes. In 2015 hadden we nog 123 koolmezen, dit jaar amper 58 koolmezen. Het aantal opgevangen winterkoninkjes was gedaald van 45 tot 16.

Het usutuvirus heeft deze zomer ook lelijk huisgehouden. Het virus, dat zich via steekmuggen verspreidde, maakte vooral slachtoffers onder de lijsterachtigen (merels en zanglijsters) en sommige uilensoorten in gevangenschap. In noordoost Limburg werd een ware epidemie vastgesteld nadat de eerste besmette merel bij ons binnenkwam vanuit Dilsen-Stokkem. Over het algemeen hebben we dit jaar evenveel merels opgevangen als in 2015, waaronder een traditionele hoeveelheid nestjongen (230). Maar door de usutu-epidemie zaten we nu aan 538 merels ten opzichte van 432 vorig jaar. Jammer genoeg bestaat er geen remedie tegen het virus, alle besmette merels zijn dan ook gestorven. Enkele van deze vogels zijn naar het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) opgestuurd voor verder onderzoek.

In 2016 kregen we ook uit verschillende hoeken te horen dat kauwen, eksters en kraaien soorten zijn die fel zijn toegenomen en daarom moeten worden bestreden, liever vandaag dan morgen. Deze vogels zouden zogezegd ook aan de basis liggen van het verdwijnen van onze geliefde tuinvogels. Deze beweringen zijn niet meer dan gebakken lucht, bestrijden is nergens voor nodig! Onze jaarcijfers laten zien dat het aantal opgevangen kauwen (193), eksters (93)  en kraaien (119) niet hoger ligt dan de voorbije 5 jaar.

Drieste voorbeelden van bestrijding zagen we helaas ook in 2016. 1 roodborst was gevangen in een lijmval. 1 bosuil, 1 wilde eend, 1 steenuil, 1 grote bonte specht en 2 buizerds zaten vast in een klem. 3 buizerds en een zeldzame havik werden het slachtoffer van schietgrage dwazen. Doorzeefd met hagelbolletjes, spijtig genoeg kwam voor deze vogels alle hulp te laat.

Gelukkig werden we ook getrakteerd op enkele zeldzamere soorten. 1 jonge bruine kiekendief kwam verzwakt binnen en werd sterker dan ooit terug vrijgelaten terwijl we 1 visarend ondanks onze beste zorgen niet konden doen herstellen van een complexe vleugelbreuk. 1 kwak en 2 roerdompen werden op tijd gered van aanhoudende regen. Een van deze roerdompen werd zelfs uitgerust met een zender waardoor we zijn doen en laten in het Vijvergebied Midden-Limburg konden volgen. Vóór deze roerdomp hadden we al een zender bevestigd aan een opgevangen rode wouw die we met succes hebben kunnen volgen tot het noorden van Duitsland! 1 bonte vliegervanger mocht bij ons bekomen van zijn botsing met een venster en 1 waterral werd als nestjong groot gebracht tot een gezonde volwassen vogel. 1 toendrarietgans met vleugelverwondingen wordt nu nog verzorgd op onze intensive care afdeling.

Maar de zeldzaamste vogel dit jaar was toch wel de krombekstrandloper. Binnengebracht als jong en verzwakt vogeltje vanuit Nederland, hebben we via de inrichting van een speciaal verblijf met slikplaat en ondiep water de vogel met succes aangesterkt en terug vrijgelaten. Wanneer we zulke zeldzame vogels binnenkrijgen, worden ze vaak geringd met een wetenschappelijk ring. Mocht de vogel dan ooit terug gevangen worden door professionele ringers, dan weten we waar hij vandaan komt en kunnen we een schatting maken van zijn afgelegde route.

Europese zoogdieren

Ze waren weer met veel dit jaar, 1918 om precies te zien. 46% waren egels waarvan er op dit moment nog 67 egels overwinteren in ons Natuurhulpcentrum. Egels houden een winterslaap maar als ze verstoord worden dan kunnen ze onnodig veel energie verspillen door tevergeefs nog naar voedsel te zoeken. Soms zijn ze ook het slachtoffer van honden, minstens 1/4e van de egels die binnenkomen heeft wondes die mogelijk het gevolg zijn van honden of andere roofdieren. Extra zorgen zijn dan nodig om de wondes schoon te maken en de egels te bevrijden van vliegenmaden of teken.

De lente en de zomer van 2016 stond net zoals andere jaren in het teken van het opvangen van jonge dieren. Als de ouders om de een of andere reden niet meer voor hun jongen kunnen zorgen, maken ze zonder onze hulp geen schijn van kans om te overleven. Een van de eerste jonge dieren dit jaar waren jonge konijntjes. 211 van de 303 konijnen waren jonge dieren. Ook de jonge hazen en jonge eekhoorns waren talrijk vertegenwoordigd, 43 van 64 hazen en 68 van 90 eekhoorns kwamen binnen als nestjongen.

Maar naast al dat schattigs is er ook een keerzijde. België heeft een van de dichtste wegnetten van Europa en onze inheemse zoogdieren zullen dat geweten hebben. Buiten nestjongen zijn wondes en breuken de belangrijkste reden waarom zoogdieren bij het Natuurhulpcentrum binnenkomen. Meer dan de helft van alle reeën (97 van de 188) waar onze interventieteams voor zijn opgeroepen, kregen onzacht te maken met het verkeer. Op de tweede plaats staan steenmarters (18 van de 65). Naast reeën en steenmarters zijn ontsnapte damherten (31) en wilde everzwijnen (18) soorten waar onze wagens, spannetten en grote schepnetten ook goed van pas komen.

Vleermuizen vangen we traditioneel ook veel op, vaak zijn dat dan dwergvleermuizen (89). 33 hiervan hadden ondervoedingsverschijnselen dus onze medewerkers wisten wel wat te doen: soms moeten de vleermuizen tot wel 5 keer per dag gevoerd worden!

Af en toe hangt het redden van een dier af van kleine factoren. We kunnen dan wel de beste zorgen toedienen, vaak moet ook het dier zelf kracht genoeg hebben om zichzelf er door te sleuren. Zo kregen we dit jaar 47 vossen binnen waarvan er 3 gevangen zaten in een illegale klem of strop. Een van die vossen was er zeer erg aan toe. De ijzeren strop had zich zo diep om zijn heupen ingesneden dat hij zijn achterpoten amper kon gebruiken. We vreesden dus het ergste. Maar gelukkig, na een aantal weken intensieve zorgen en veel rust, kwam alle functie in zijn achterpoten terug en kan de vos ondertussen terug genieten van de vrije natuur.

Een van onze 25 opgevangen dassen was de zwaarste die we ooit hadden gezien! Een imposante 23kg woog het dier (normale gewicht hangen rond de 14-17kg)! Op het eerste zicht leek er niet veel mis met de das, geen breuken, geen zichtbare wondes of infecties. Helaas was het dier na enkele dagen toch gestorven.

In het jaaroverzicht van 2015 lazen jullie dat er ook zeer zeldzame Europese toproofdieren bij ons verbleven: 2 wilde katten en 2 lynxen. Voor beide soorten kunnen we goed nieuws brengen. De 2 jonge wilde katten werden met succes grootgebracht en vrijgelaten in de Belgische Ardennen en de 2 lynxen hebben een nieuwe thuis gekregen in een andere Europese dierentuin.

Europese amfibieën en reptielen

Dit is de kleinste categorie van alle Europese dieren die we opvangen, 70 dieren in totaal. Toch zijn er enkele mooie soorten die het vermelden waard zijn. 3 gladde slangen en 3 hazelwormen die met wondes binnenkwamen of verdwaald waren, hebben we terug gezet in hun leefgebieden. 1 groene kikker had te ernstige verwondingen en hebben we niet meer kunnen redden. De groene kikker is eigenlijk een verzamelnaam voor drie soorten kikkers met een groene kleur: de meerkikker, de bastaardkikker en de poelkikker.

Exotische dieren

Naast de wilde Europese dieren vormen deze dieren het tweede grootste deel van het Natuurhulpcentrum. Een categorie die doorheen de jaren geleidelijk is toegenomen dankzij samenwerking met gespecialiseerde organisaties en instellingen in binnen- en buitenland. Dit jaar hebben we 1433 exotische dieren over de vloer gehad. Het overgrote deel hiervan (561) komt bij ons binnen nadat de dieren zijn afgestaan door mensen of nadat ze in beslag zijn genomen door de autoriteiten.

Exotische en tamme vogels

Hierbij rekenen we de stads- en (ontsnapte) tamme duiven die zeer veel binnenkwamen (476). Tamme kippen staan op plaats twee met 133 dieren. Op het einde van dit jaar werd de expertise van het Natuurhulpcentrum ingezet tijdens een inbeslagname bij een illegale vogelkweker. In samenwerking met het ANB en de CITES-dienst van de overheid namen we in totaal 32 zeer zeldzame roofvogels in beslag. De beschuldigde roofde eieren vanuit het wild om ze dan groot te brengen en tegen zeer hoge prijzen te verkopen aan klanten in Azië en het Midden-Oosten. Gelukkig is de beschuldigde nu zwaar veroordeeld en geven wij 6 aasgieren, 6 steller zeearenden, 3 velduilen, 3 gestreepte ransuilen, 3 slangenarenden, 2 wahlbergarenden, 2 bateleurs, 2 havikarenden, 2 vale gieren, 2 rode wouwen en 1 vechtarend een tijdelijk onderdak in het Natuurhulpcentrum.

Exotische en tamme zoogdieren

Tamme huisdieren die worden afgestaan, krijgen we veel binnen. Vooral tamme konijnen (104), maar ook gerbils (14), geiten (10), schapen (7) tot zelfs enkele pony’s (3) en een koe (1). Gelukkig zijn er altijd mensen bereid om deze dieren een nieuwe thuis te geven. De echt exotische zoogdieren waren er dit jaar in beperkte aantallen, maar daarom niet minder spectaculair! Ons baviaanvrouwtje Lolita die gered werd uit een Franse circus is eind vorig jaar ondergebracht in de goede handen van Stichting AAP. Het berberaapvrouwtje dat momenteel nog bij ons zit, krijgt binnenkort een nieuwe thuis in Spanje met een groep andere berberapen. We kregen ook een stinkdier en stekelvarken binnen. Het stinkdier heeft ondertussen een nieuwe thuis gekregen, voor het stekelvarken is het voorlopig nog even zoeken.

Exotische reptielen

Hier komen we ook weer enkele vaste soorten tegen die vaak na afstand bij ons terecht komen. Vaak zijn het misaankopen waarvan men later beseft dat reptielen toch geen geschikte huisdieren zijn. Voor affectie, zoals je die krijgt van een hond, moet je zo een dier niet in huis halen. 187 waterschildpadden (roodwang, geelwang- of geelbuiksierschildpadden) en 12 baardagamen zijn traditioneel de soorten die we het vaakst opvangen. Soms zit er een rattenslang (14) of boa constrictor (5) bij. Ook in deze categorie kregen we op het einde van het jaar een omroep om mee te helpen bij een inbeslagname. Een Franse reptielenzoo werd gepakt op het illegaal verhandelen van enkele zeldzame reptielensoorten. Daarom werden de dieren in beslag genomen. Enkele soorten kregen meteen een nieuwe thuis in de UK, de rest van de soorten (12 jamaica boa's, 10 gilamonsters, 2 Madagascarboa's, 2 esculaapslangen en 2 Mexicaanse korsthagedissen) werden door ons opgevangen. De gilamonsters, Mexicaanse korsthagedissen en esculaapslangen zijn al geplaatst, voor de twee boasoorten is het nog even wachten op de juiste papieren.

Jaarbalans 2016

Wil jij ook je steentje bijdragen?

Er zijn tal van manieren om ons centrum te steunen, zoals: zelf de handen uit de mouwen steken als vrijwilliger, oud papier, ijzer of kroonkurken voor ons verzamelen, dierenverzorger voor één dag worden, een rondleiding boeken, deelnemen aan onze activiteiten of gewoonweg lid worden..