Jonge reeën...

Het Natuurhulpcentrum wil de aandacht rondom het artikel uit HBVL betreffende het jonge ree uit Opglabbeek, aangrijpen om nogmaals te waarschuwen voor het verstoren van jonge reeën in de natuur.

We hopen met onderstaande uitleg, de mensen te overtuigen van het nut van de standaard regel om jonge dieren met rust te laten. Volgens onze ervaring heeft deze manier van werken al vele honderden jonge dieren gered, maar die gevallen komen veel minder in de pers natuurlijk.

Jonge reeën die geboren worden, kunnen in eerste instantie amper lopen. Hun moeder moet bovendien zelf op zoek naar voedsel want het produceren van melk kost heel wat energie. Het jonge ree wordt door de moeder gezoogd, maar wordt met tussenpozen ook alleen gelaten wanneer moederree zelf op zoek gaat naar voedsel. Een jong ree beschikt over prima schutkleuren en heeft bijna geen geur, zodat roofdieren het jong heel moeilijk kunnen ontdekken.

De standaard boodschap bij jonge dieren, vooral jonge zoogdieren, is en blijft: afblijven. Mensen hebben immers een zeer indringende geur. Het beste voorbeeld is een speurhond die soms dagen nadien, nog het geurspoor van iemand kan ruiken. Wanneer een reekalf en de omgeving er rond wordt verstoord door vreemde geuren (van mensen of honden) is de kans reëel dat moederree haar jong achterlaat.

Onze voorkeur gaat steeds uit naar het terugplaatsen van het jonge dier. We gaan ervan uit dat niemand zo goed voor een jong kan zorgen, dan de eigen moeder. Soms kunnen de vreemde geuren nog geneutraliseerd worden door het inwrijven met kruiden, maar het voortdurend teruggaan, foto’s maken en een hond er laten rondlopen, helpt de situatie natuurlijk niet vooruit.

In 98% van de gevallen is het terugplaatsen de beste optie. Dankzij deze manier van werken werden er al veel meer jonge dieren gered, dan de enkelingen waarbij het jammer genoeg slecht afloopt. Bovendien is het grootbrengen van jonge reeën bijzonder moeilijk en is de kans op succes ook niet gegarandeerd. Dat is net zo bij de menselijke geneeskunde waarbij dokters ook vaste procedures volgen. Die procedures en standaard richtlijnen redden mensenlevens, maar dat is ook niet het geval in 100% van de gevallen.

We willen iedereen erop wijzen dat het in het merendeel van de gevallen aangeraden blijft om jonge dieren met rust te laten. Wanneer men alle jonge dieren die gevonden worden gaat binnenbrengen, worden de opvangcentra nodeloos belast met dieren die eigenlijk geen hulp nodig hadden. Daardoor is er minder tijd en personeel beschikbaar voor dieren die wel medische hulp nodig hebben.

Dat het jonge ree uit Opglabbeek is overleden is uiteraard een heel jammere zaak. Toch is het pijnlijk te lezen dat sommigen beweren dat dat enkel en alleen het gevolg zou zijn van het advies of handelen van onze medewerkers. Dat is, volgens ons, een heel eenzijdige benadering van de situatie. Al meer dan 30 jaar zetten vrijwilligers en personeelsleden zich dag en nacht in om wilde dieren de beste verzorging te geven. Er wordt geroeid met de riemen die er zijn en er kunnen jaarlijks vele duizenden dieren na revalidatie succesvol worden vrijgelaten.

Voor wie het betreffende artikel nog niet heeft gelezen kan dat via onderstaande link:

http://www.hbvl.be/cnt/dmf20150526_01699904/foto-ze-wilden-het-reetje-niet-meenemen-en-nu-is-het-dood

Jonge reeën...

Wil jij ook je steentje bijdragen?

Er zijn tal van manieren om ons centrum te steunen, zoals: zelf de handen uit de mouwen steken als vrijwilliger, oud papier, ijzer of kroonkurken voor ons verzamelen, dierenverzorger voor één dag worden, een rondleiding boeken, deelnemen aan onze activiteiten of gewoonweg lid worden..